Les 4: Verlichting
Hoe het Boeddhisme zich verspreidt en het begrip verlichting zich ontwikkelt.
Verlichting
In het levensverhaal van de Boeddha lezen we dat hij na lang mediteren onder de Bodhiboom verlicht raakt. Maar wat is dat eigenlijk, verlichting? ‘Verlichting’ is een gelaagd, complex begrip dat zoiets betekent als ‘ontwaken’, ‘begrijpen’ of ‘inzicht in de ware aard der verschijnselen’. Het is de vertaling van verschillende termen uit verschillende Boeddhistische stromingen die zich naast en na elkaar ontwikkeld hebben en met verlichting allemaal net wat anders mee proberen aan te duiden.
Bevrijding uit de eeuwige wedergeboorte
Het Boeddhisme ontstond in de een Indiaase religieuze cultuur (het Brahamanisme) waarin reïncarnatie centraal staat. In het huidige Hindoeïsme, dat voortkomt uit het Brahamanisme, is dat nog steeds zo. In het vroege Boeddhisme werd wedergeboorte nog steeds als vanzelfsprekend ervaren. De wedergeboorte is geen beloning of een doel. Integendeel, opnieuw geboren worden stelt je weer opnieuw bloot aan het Samsara, het leven vol lijden. Ontsnappen uit die cyclus is het streven. Boeddha verwierp het kastensysteem van het Brahamanisme, waarin geboren worden in een lage kaste een straf is. Wedergeboorte blijft wel een opdracht om in het nieuwe leven lering te kunnen trekken uit je vorige levens. Door voortschrijdend inzicht en ontwaken bereik je verlichting, oftewel het Nirvana. Die verlichting bereik je in het leven zélf. Dat betekent niet dat je geen ziekte, ouderdom of dood meer kent, maar je blijft er gelijkmoedig onder. De lichamelijke pijn veroorzaakt geen geestelijke pijn meer. In het oorspronkelijke Boeddhisme ervaart een verlicht iemand bij het overlijden het Parinirvana, een toestand waarin je niet wedergeboren wordt en dus bevrijd bent uit het Samsara.
Verspreiding van het Boeddhisme
Het Boeddhisme ontstond in Noord-India en verspreidde zich van daaruit over heel India, waaronder het huidige Pakistan en Bangladesh. Vandaaruit verspreidde het zich verder over heel zuid-oost Azië en splitste zich een groot aantal stromingen. Die verspreiding liep langs twee hoofdroutes, de zuidelijke en de noordelijke. Langs de zuidelijke route kwam het Boeddhisme terecht in onder meer Sri Lanka, Thailand, Loas, Myanmar, Cambodja en Vietnam. De belangrijkste stroming in deze gebieden is het Theravada Boeddhisme geworden, dat het dichtst staat bij het klassieke Boeddhisme. Langs de noordelijke route kwam het Boeddhisme terecht in Nepal, Tibet, Bhutan, China, Mongolië, Taiwan, Maleisië, Indonesië, Korea en Japan. Langs de noordelijke route vermengde het Boeddhisme zich met andere stromingen en onderging grotere veranderingen dan langs de zuidelijke route. Samen vormen de noordelijke stromingen het Mahayana Boeddhisme, waarbinnen een flinke variëteit ontstond. De twee bekendste Mahayana stromingen zijn het Tibetaans Boeddhisme en het Zen Boeddhisme.
Theravada
Van de hedendaagse stromingen staat Theravada het dichtst bij het oorspronkelijke Boeddhisme. Theravada baseert zich op de oudste Boeddhistische geschriften, de Pali-canon, waarin de overgeleverde toespraken van de Boeddha vastgelegd zijn. De Theravada term voor verlichting is ‘bodhi’: ontwaken, de werking de geest zien die ons in lijden gevangen houdt. Er ligt een grote nadruk op de bevrijding uit cyclus van wedergeboorte, verlossing uit het samsara en het bereiken van het nirvana en parinirvana. Het doel is om een Arhat te worden, een verlicht persoon die niet meer wedergeboren zal worden. Omdat die lat erg hoog ligt is het bereiken van verlichting eigenlijk alleen weggelegd voor monniken en kloosterlingen die hun hele leven wijden het Boeddhisme. Het accent ligt daarmee op de eigen persoonlijke inspanning van het individu en diens persoonlijke verlichting.
Mahayana
Langs de noordelijke route pikte het Boeddhisme naast de Pali-canon ook andere en latere inzichten en geschriften op (die bekend staan als de ‘wijsheidsliteratuur’). In de 8e-11e eeuw kreeg daaruit het Mahayana Boeddhisme gestalte. Mahayana betekent ‘het Grote Voertuig’. Daarmee wordt het democratische idee uitgedragen dat verlichting niet alleen voor een religieuze elite is, maar te bereiken voor iedereen, in dit leven. Van een persoonlijk streven naar het parinirvana verschuift het belang naar het leven in deze wereld, hier en nu. Het idee van wedergeboorte schuift in veel stromingen naar de achtergrond. Verlichting wordt aangeduid met ‘prajna’: het inzicht in de samenhang van de wereld van verschijnselen, dat alles en iedereen erbij hoort. Het ideaalbeeld verschuift van de Arhat naar de Boddhisatva. Oorspronkelijk duidt Boddhisatva een persoon aan die streeft naar verlichting maar die nog niet bereikt heeft. Het Mahayana tilt het begrip op en scherpt het aan tot een ‘Verlichtend Wezen’, iemand die actief anderen bijstaat op het pad naar boeddhaschap. Het gaat de boddhisatva niet om de eigen verlichting, maar om die van de wereld. Iedereen kan daarmee een boddhisatva zijn.
Overigens zijn de termen voor verlichting in Zen weer anders. Kensho wijst op het zien de eigen ware aard, die ‘leeg’ is. Satori is de ervaring van kensho. Hierover meer in de volgende les.
Aanhangers van het Mahayana noemen het Theravada ook wel enigszins neerbuigend Hinayana, het ‘Kleine Voertuig’, duidend op het meer elitaire karakter ervan.
Bodhisattva Gelofte
Het ideaal en de intentie van de Bodhisattva om je in te zetten voor de wereld om je heen, en zo uitdrukking te geven aan het Boeddhisme, wordt verwoord in de Bodhisattva Gelofte. Dit is een kerntekst in het Mahayana en daarmee in Zen. In veel zendos wordt deze tekst bij elke bijeenkomst gelezen. Zie het kader elders op deze pagina voor meer uitleg.
Verder lezen
